Tot de financiën hen scheidt
Bij SJD merken we het steeds vaker: mensen kloppen bij ons aan met vragen over scheidingen. Het gaat dan niet alleen over emoties of de zorg voor kinderen, maar vooral over alles wat niet goed geregeld blijkt te zijn. Want zodra de liefde bekoeld is, komen de ongemakkelijke vragen op tafel: wie blijft er in het huis, hoe worden de financiën verdeeld, en wie staat er straks met lege handen? Zeker in tijden van woningnood zien we dat een scheiding zorgt voor heel vervelende situaties die niet zomaar op te lossen zijn.
Begin dit jaar neemt een vrouw contact op voor advies. Jarenlang leek alles op orde: twee kinderen, een eengezinswoning, en een ogenschijnlijk stabiel huwelijk. Tot er een affaire aan het licht kwam en de boel begon te scheuren. De man stond als enige op de hypotheekakte. De vrouw, die haar carrière opzij had gezet om fulltime voor de kinderen te zorgen, had vrijwel nergens recht op.
Sociale huur bleek op dat moment geen optie. Ze had geen recht op voorrang en had zich niet eerder ingeschreven bij een woningcorporatie. Daardoor stond zij pas aan het begin van een wachtlijst van vele jaren. Ze moest de keus maken om voor nu onder hetzelfde dak te blijven wonen met haar ex-partner of terug te gaan naar haar ouders. Beide scenario’s gaven spanningen en waren verre van ideaal. Ondertussen lag ook de financiële balans scheef. Hij de kostwinner, die plotseling de hand op de knip houdt. Zij, die na jaren voor de kinderen zorgen, moeite heeft om een geschikte baan te vinden.
En daarom, drie tips uit de praktijk: schrijf je in bij een woningcorporatie, ook als je niet van plan bent te verhuizen. Je weet nooit hoe het leven loopt. Leg afspraken vast, zwart op wit. Huwelijkse voorwaarden of een samenlevingsovereenkomst: niet romantisch, wel verstandig. Zorg voor eigen financiële ruimte. Spaargeld of een klein inkomen is altijd beter dan geen.
Dit koppel heeft met tegenzin nog maandenlang samen onder één dak gewoond voordat er een oplossing kwam. De liefde mag dan wel de basis geweest zijn - zodra een relatie strandt, zijn het vaak de financiën die de scherpe randen van de scheiding bepalen.
Nog lang niet jarig
Voor de meeste mensen is de dag van hun geboorte een reden om een feestje te vieren. Aan deze dag kunnen ook belangrijke juridische gevolgen gekoppeld zijn, die automatisch in werking treden zodra iemand verjaart. Een voorbeeld is de dag waarop je 18 wordt en je nieuwe rechten krijgt, zoals het stemrecht. Een ander voorbeeld is het bereiken van de pensioengerechtigde leeftijd. Maar wat nu als de dag van jouw geboorte onduidelijk is?
Dit deed zich voor bij een cliënt van mijn collega. Deze meneer is lang geleden naar Nederland gekomen om hier een nieuw leven op te bouwen. Het geboortejaar is na aankomst in Nederland op de juiste wijze in zijn paspoort geregistreerd maar de dag waarop hij is geboren niet.
Meneer werkt jarenlang bij dezelfde werkgever waar hij, net als bij de Belastingdienst, wordt geregistreerd met als “officiële” geboortedag 1 januari. Hij heeft deze datum ook al die jaren aangehouden als de datum waarop hij verjaart en het viert met zijn familie.
Tot zover dus geen problemen. Tot meneer de pensioengerechtigde leeftijd (bijna) bereikt. Zodra je de AOW-uitkering ontvangt, stopt de werkgever met het betalen van loon. Het (eventuele) opgebouwde pensioen en de AOW-uitkering komen daarvoor immers in de plaats en de Sociale Verzekeringsbank (SVB) is de uitkerende instantie die gaat over de AOW.
In tegenstelling tot de werkgever en de Belastingdienst, blijkt de SVB bij onduidelijkheid over de geboortedag uit te gaan van 1 juli. U begrijpt dat dit een ‘inkomensgat’ oplevert van zes maanden, aangezien de werkgever van meneer 1 januari heeft aangehouden en per die datum stopt met het doorbetalen van het loon.
Meneer slaapt er slecht van en komt er zelf niet meer uit. Hij zit op het moment dat dit alles zich afspeelt ook al langere tijd ziek thuis en bevindt zich in een kwetsbare situatie. Dat dit er nu ook nog bijkomt, is eigenlijk teveel om te overzien. Mijn collega neemt de regelzaken daarom van hem over en schakelt met de gemeente, IND, SVB en zijn werkgever om tot een oplossing te komen.
Via de gemeente kan een aanpassing van de geboortedatum aangevraagd worden. De IND beslist vervolgens of het 1 januari of 1 juli wordt. Een proces wat enkele weken in beslag zal nemen. Om te voorkomen dat meneer al die tijd nog in onzekerheid blijft, neemt mijn collega ook alvast contact op met de werkgever. Gelukkig wordt er meegedacht en laten zij weten bereid te zijn het loon door te betalen mocht de IND uitgaan van 1 juli.
Na enkele weken is er dan eindelijk duidelijkheid. Niet 1 januari maar 1 juli zal de datum worden die in zijn paspoort wordt geregistreerd. Ondanks dat meneer dus nog lang niet jarig is, is hij opgelucht dat hij nu weer perspectief heeft. Na afloop ontvangt mijn collega dan ook het mooie bericht dat hij dankbaar is voor alle steun en dat hij dankzij haar hulp eindelijk weer rust heeft in zijn hoofd.